Van puinhopen tot polderkracht: Hoe het Rotterdamse oorlogspuin de Noordoostpolder versterkte
Het IJsselmeer ligt vlakbij onze thuishaven Sloten en in theorie kunnen we in twee-en-half uur aan de overkant zijn. Jammer genoeg waait het er vaak te hard voor ons lichte bootje en zijn we veroordeeld tot de omweg door de polder. Maar inmiddels is, dankzij een windstille dag, het korte stukje vaarwater tussen voormalig visserseiland Urk en watersportdorp Lemmer toch ook bijgeschreven in ons logboek. Het is best een rare gewaarwording als we bedenken dat hier eens het zoute water van de Zuiderzee deinde op de golven van het getij. Nu waaien er de wieken van de windmolens, die wortelen in zoet water. We varen langs de windmolens, die keurig in het gelid, parallel aan de dijk staan en het duurt voor ons gevoel eeuwen voordat we bij de volgende zijn.
In deze video varen we vanuit de Loosdrechtse Plassen via Urk en de Rotterdamse Hoek naar Sloten
“Wie eind negentiende eeuw langs de kusten van de Zuiderzee voer, zag onstuimig water, weidse velden en af en toe een vissersdorp of boerderij. Tegenwoordig is het er een drukte van belang, met bebouwing, industrie, windmolens en pleziervaart. Geen ander Nederlands landschap veranderde zó drastisch als het IJsselmeergebied” – Wereldzee in de polder – Ronald Nijboer
Lees ook: Aanleggen op Urk
Bakstenen baken
De dijken, die zorgen dat de bewoners van de Noordoostpolder droge voeten houden, lijken aangelegd langs een meetlat met stompe hoeken. Ongeveer halverwege Lemmer buigt de Westermeerdijk 45 graden in noordoostelijke richting en heet-ie Noordermeerdijk. Precies op dat punt ontwaren we een klein gebouwtje. Het blijkt een voormalig baken voor de scheepvaart en bij het zien van het bakstenen torentje gaat ook bij mij het licht op en roep ik tegen Pieter: “dit is de Rotterdamse Hoek!”. De schipper vergelijkt mijn hoofd wel eens met een ladenkast, waar precies op het juiste moment het goede laatje openspringt. Overigens is dat niet altijd zo, maar in dit geval wel. Want ik heb ooit een verhaal gelezen over de oorsprong van deze bijzondere naam.
Fortuna van Urk
Dat verhaal begint bij de vondst van een stenen vrouwenhoofd op een braakliggend terrein in de buurt van Urk, ergens in de jaren vijftig. De Noordoostpolder bestaat dan nog maar een paar jaar en er wordt van alles gevonden op de drooggepompte zeebodem; vooral scheepswrakken, maar ook resten van verdronken nederzettingen, bakstenen, botten en aardewerk. Maar de kalkstenen kop wijkt af van de andere vondsten, want ze wordt herkend als Romeins, sterker nog als het hoofd van de Romeinse godin Fortuna. Zouden die Romeinen dan toch de Rijn zijn overgestoken? Helemaal tot Urk? Helaas kan de kop geen antwoord geven op deze prangende vragen en zo staat ze als de Fortuna van Urk jarenlang te pronken op een sokkel op het voormalige Zuiderzee-eiland Schokland. Totdat ze wordt ontmaskerd.
Gebombardeerde binnenstad
Want een oplettende archeoloog ontdekt dat Fortuna qua steensoort helemaal niet Romeins kan zijn. En dan meldt zich ook nog een man, die begin jaren veertig zijn speelterrein heeft in de haven van Urk. In die haven meren de schepen af met bouwmateriaal voor de aanleg van de dijken rond de polder. En in die vroege jaren veertig nemen ze ook de restanten van de platgebombardeerde binnenstad van Rotterdam mee, die nog gebruikt kunnen worden voor wegverharding, of dijkverzwaring. De man, uiteraard op dat moment nog een jongen, vindt de kop tussen de puinresten in de haven en wil haar meenemen naar huis, maar het ding is amper te tillen en hij laat het halverwege vallen in een akker, waar ze jaren later wordt gevonden.
Stedenmaagd
Fortuna is dus helemaal geen godin en komt niet uit het Romeinse Rijk, maar ‘gewoon’ uit Rotterdam. Ze heeft een zogenaamde muurkroon op haar hoofd en omdat dit in vroeger tijden hét symbool is voor stedelijke macht, wordt geconcludeerd dat ze als Rotterdamse stedenmaagd de gevel van het oude stadhuis aan de Kaasmarkt moet hebben gesierd.
Rotterdamse Hoek
De sprong van het hoofd van de stedenmaagd naar de dijken van de Noordoostpolder is snel gemaakt. Overigens zijn die al wat eerder klaar. Maar omdat het leegpompen van de polder veel langer duurt dan was gepland, moet op sommige plekken ook de binnenkant van de dijken worden versterkt. Dat gebeurt onder meer bij de stompe hoek, waar de Westermeerdijk overgaat in de Noordermeerdijk. En het verhaal wil dat de polderwerkers die het puin verwerken daarom de oorspronkelijke naam Friesche Vuur vervangen door een naam die ze passender vinden, namelijk ‘Rotterdamse Hoek’.
Miljoenen kubieke meters puin
Na het bombardement op de binnenstad zitten de Rotterdammers met maar liefst vijf miljoen kubieke meter puin. Het wordt niet alleen gebruikt voor het dempen van singels in de stad zelf, maar de brokstukken gaan heel Nederland door. In Leeuwarden bijvoorbeeld, wordt er het vliegveld mee aangelegd. In Dordrecht, Hoek van Holland en bij Overschie worden er hele flatwijken op gebouwd. De Harreweg tussen Delft en Schiedam wordt met het puin aangelegd en het wordt gebruikt als verharding van een bosweg in Steenwijk. En dus als versterking van het dijkvak onder het lichtbaken op de Rotterdamse Hoek. Maar Urk krijgt niks.
Verstopt achter een bos
Want hoewel het Rotterdamse puin binnenkomt in hun haven, gaat het Urk net zo hard weer uit. De Urkers moeten vooral geen voordeel hebben van hun nieuwe achterland is de heersende gedachte; sterker nog, ze worden er angstvallig geweerd. Dat heeft alles te maken met de modelsamenleving die de polder moet worden. Er is alleen plaats voor streng geselecteerde bewoners en de eilandbewoners passen niet in dat plaatje, hebben wetenschappers vastgesteld. De keileembult Urk wordt aan de noordkant verstopt achter een bos en er komen zelfs geen wegen naar het nieuwe land; alleen over een slecht begaanbaar fietspad kun je de dijk naar Kampen bereiken.
Lees ook: Geen plek voor Urk in de polder
De winter van 1946/47
En dan breekt de strenge winter van 1946/1947 aan. De burgemeester van Urk luidt in de Leeuwarder Courant van februari 1947 de noodklok. Volgens hem dreigt hongersnood: “de winkels van de kruideniers zijn practisch leeg. Alle noodvoorraden havermout, erwten, boonen e.d. zijn thans gebruikt. De bevolking kan slechts nog leven van een hoeveelheid meel, die hopelijk voldoende zal zijn voor twee weken”. Zijn oproep krijgt gehoor; het fietspad wordt eindelijk versterkt en breder gemaakt met Rotterdams puin, zodat Urk bereikbaar wordt voor een hulpkonvooi vrachtwagens met brandstof en levensmiddelen. Urk heeft uiteindelijk acht jaar op een weg moeten wachten.
Bermuda-driehoek
Wij varen nog steeds langs de dijk, een stuk vaarwater dat hier ook wel de Bermuda-driehoek van het IJsselmeer wordt genoemd. Want het water ter hoogte van de Rotterdamse Hoek is berucht vanwege z’n rare zeegang. Vooral bij zuidwestenwind is het oppassen geblazen voor de schepen die tussen Urk en Lemmer varen. De wind blaast het water in een soort trechter, waardoor de waterstromen onvoorspelbaar worden. Gelukkig komen wij ongedeerd aan in Lemmer. Wij varen immers alleen bij windstil weer over het IJsselmeer…
Lees ook: Aanleggen in Lemmer
Bronnen:
- Gers!: De Brokstukken van Rotterdam
- Terdege: De Bermuda-driehoek van het IJsselmeer
- Emmeloord.info: De Rotterdamse Hoek
- Emmeloord.info: De Stedenmaagd
- RTV Rijnmond: Hoe Fortuna de stedenmaagd van Rotterdam bleek te zijn
- Omroep Flevoland: Vrouwe Fortuna na tachtig jaar weer thuis
Marieke, Assen juni 2024